Virgin Galactic heeft onlangs twee oude hominide fossielen naar de rand van de ruimte vervoerd, wat aanzienlijke kritiek heeft gekregen van de wetenschappelijke gemeenschap. De fossielen, een twee miljoen jaar oud sleutelbeen van een Australopithecus sediba en een 250.000 jaar oud duimbot van een Homo naledi, werden gekozen door Lee Berger, een National Geographic Society-onderzoeker en directeur van het Centre for the Exploration of the Deep Human Journey aan de Universiteit van Witwatersrand in Zuid-Afrika.
Berger gelooft dat het lanceren van de fossielen naar de suborbitale ruimte een manier is om de diepe wortels van wetenschap en innovatie te eren. Echter, archeologen, paleoantropologen en andere onderzoekers hebben kritiek geuit op de reis van de fossielen, omdat het een onethische publiciteitsstunt zou zijn die de onschatbare hominide fossielen in gevaar brengt. Er zijn ook vragen gerezen over de bescherming van cultureel erfgoed in Zuid-Afrika, aangezien een overheidsinstantie toestemming heeft gegeven voor de missie.
Sommige wetenschappers hebben vragen gesteld over het wetenschappelijke doel van het sturen van fossielen naar de rand van de ruimte en welke voordelen dit biedt voor de afstammingsgemeenschappen. De Zuid-Afrikaanse Heritage Resources Agency (SAHRA) in Kaapstad verleende Berger in juli een exportvergunning om een A. sediba-schouderbot en een H. naledi-vingerbot naar New Mexico te vervoeren, waar de ruimtehaven van Virgin Galactic zich bevindt.
Ondanks de controverse rond de missie, zijn de fossielen veilig teruggekeerd naar de aarde na hun reis naar de rand van de ruimte.